Vraagvaardigheid vergroten: drie speelse werkvormen
OnderzoeksvragenHoe krachtiger de onderzoeksvraag, hoe groter de opbrengsten van de onderzoeksfase. Een goede reden om veel aandacht te besteden aan het ontwikkelen van de vaardigheid ‘onderzoeksvragen bedenken en formuleren’. Noem het de vraagvaardigheid. Oefen die bijvoorbeeld met deze drie speelse werkvormen. Bespreek steeds de opbrengsten: wat zijn de meest interessante vragen en waarom?
Het 50-vragenspel
Verdeel de klas in twee of drie groepen. Elke groep kiest een willekeurig voorwerp, zoals een liniaal of een etui. De opdracht luidt: bedenk in tien minuten minimaal 50 vragen over je voorwerp. Opschrijven hoeft niet, turven is voldoende. Laat een timer lopen op het digibord. Na tien minuten bespreek je de opbrengsten. Welke groepen zijn tot 50 vragen gekomen?
Het brillenspel
De leerlingen krijgen een onderwerp, bijvoorbeeld ‘typisch Nederlands’. De leerkracht laat leerlingen een kaartje trekken. Op de kaartjes staan verschillende ‘brillen’, zoals beroepen, levensgebieden of vraagtypen (zie ook deze lestip). De opdracht is een onderzoeksvraag op te schrijven waarin je ‘typisch Nederlands’ bekijkt vanuit de gegeven bril. Wat is ‘typisch Nederlands’ vanuit het perspectief van de bakker, vrije tijd of een onderzoeker die graag met datavragen werkt?
Het vragenverbeterspel
Je werkt met groepen. Elke groep krijgt een werkblad met bovenaan een niet erg goede onderzoeksvraag. De opdracht is: verbeter de vraag door maximaal drie woorden toe te voegen of te vervangen. Schrijf de verbeterde vraag op. De werkbladen schuiven een tafeltje door naar de volgende groep die de vraag nog een keer mag verbeteren. Als de vraag niet meer verbeterd kan worden, ‘past’ de groep. Laat de leerlingen stemmen: wat is de beste vraag? De groep die deze vraag als laatste verbeterd heeft, wint. Geef elke groep een joker die ze tussentijds mogen inzetten voor een tip van de leerkracht.
Gebruik als steuntje bij deze werkvormen eventueel het vragenmachientje of de vragenmatrix (even googlen).
Deze tip is geschreven door onze trainer Erno Mijland.